D66 Kamerlid Kees Verhoeven heeft onlangs zijn plannen bekend gemaakt met betrekking tot de Startup BV. Een rechtsvorm die speciaal voor jonge, innovatieve en snelgroeiende bedrijven moet worden gecreëerd en waaraan verschillende fiscale en juridische voordelen kleven. Het idee van de heer Verhoeven wordt toegejuicht door de sector en door mijzelf. Het plan zou een interessant wetsvoorstel moeten worden, met baanbrekende wijzigingen. Maar hoe baanbrekend zijn de ideeën van kamerlid Verhoeven eigenlijk wanneer deze worden vergeleken met de huidige regels?
“From zero to one”
De startups van vandaag zijn de ‘unicorns’van morgen. In april 2014 lanceerden Alexander Klöpping en Marten Blankesteijn de Nederlandse digitale krantenkiosk Blendle. Zes maanden later bereikte het bedrijf de grens van 100.000 geregistreerde gebruikers en werd er door Duitse en Amerikaanse uitgevers 3 miljoen geïnvesteerd, waarmee het bedrijf op ongeveer € 13 miljoen werd gewaardeerd. Met de door de investering geboden mogelijkheden zou Blendle wel eens de volgende startup kunnen worden die in korte tijd van nieuwkomer tot ‘Unicorn’ uitgroeit net zoals Airbnb, Uber, Spotify en Dropbox. Blendle is slechts één van de succesverhalen uit de Nederlandse startupscéne.
Startups zijn verantwoordelijk voor maar liefst 60% van de banengroei in Nederland. Nederland wil zich als internationale startup-hub profileren en nieuwe initiatieven worden dan ook groots neergezet. Zo is niemand minder dan voormalig eurocommissaris Neelie Kroes aangesteld als speciale ambassadeur voor startups, om Nederland op de kaart zetten als Europese vestigingsplaats voor innovatieve startups.Ze is de aanjager van het project Startupdelta, waarbij de voormalige marinebasis op Kattenburg, een eiland van ongeveer 14 hectare aan het Oosterdok in Amsterdam, op de schop gaat om het Silicon Valley of de Silicon Roundabout van Nederland te worden.
Maar is de Nederlandse (fiscale) wetgeving wel aantrekkelijk genoeg om de Unicorns van morgen aan te trekken? Wat moet Nederland doen om jonge entrepreneurs te overtuigen zich in Kattenburg te vestigen, in plaats van Berlijn, Tel Aviv of Silicon Valley?
De Startup BV
Al in 2013 presenteerde tweede Kamerlid Anne-Wil Lucas de Agenda StartupNL. In haar voorstel zijn 43 punten opgenomen, waarvan de belangrijkste zien op het vergemakkelijken van de toegang tot kapitaal. Hiermee is de aandacht voor startups flink aangewakkerd en inmiddels zijn een aantal punten uit de agenda al daadwerkelijk gerealiseerd door het kabinet.
Sinds 1 januari van dit jaar kunnen ondernemers van buiten de Europese Unie met een innovatief idee zich bijvoorbeeld makkelijker in Nederland vestigen door de invoering van het startup-visum. Voortbordurend op de reeds in gang gezette transformatie is er onlangs een nieuw plan gepresenteerd door D66 Tweede Kamerlid Kees Verhoeven.
In tegenstelling tot het eerdere VVD voorstel, is het nieuwe plan voornamelijk gericht op belastingvoordelen voor startups. In zijn plan pleit Verhoeven voor de introductie van een nieuwe rechtsvorm voor startups: de Startup BV. Dit is eigenlijk niets anders dan de Flex-BV zoals we deze sinds 2012 kennen, maar dan met een speciale status die jonge, innovatieve bedrijven gedurende de eerste twee jaar recht geeft op een aantal voordelen en vrijstellingen. Een belangrijke voorwaarde om in aanmerking te komen voor de Startup BV-status is dat de onderneming moet zijn aangesloten bij een incubator / accelerator programma of dat er in de onderneming wordt geïnvesteerd door een erkende ‘business angel’. Dit zal natuurlijk als muziek in de oren van accelerator programma’s zoals Startupbootcamp en Rockstart klinken, maar vormt zeker geen wenselijke voorwaarde in mijn optiek. In de afgelopen drie jaar heb ik zeker 1.000 startups voorbij zien komen. Sommigen namen deel aan een accelerator programma, anderen waren driftig opzoek naar kapitaal van een (bekende) durfinvesteerder. Hoe verschillend de startups ook waren, ze hadden allen één gemene deler. Ze waren bereid om aandelen in te leveren in ruil voor begeleiding en/of groei van hun kapitaal.
Aan de andere kant van het startup-spectrum heb ik ook veel ondernemers gezien die het zelf willen doen. Een investeerder in een vroeg stadium aan boord halen, kost immers veel meer dan wanneer de startup al een veelbelovend product heeft ontwikkeld en in staat is om de onderneming draaiende te houden zonder het geld van een investeerder. De gekozen financieringsstrategie zegt echter niets over de mate van innovatie of het potentieel van de startup. De meest succesvolle jonge ondernemers hebben hun bedrijf groot gemaakt zonder externe investeerder of begeleiding van een accelerator programma. Kijk naar Ali Niknam, de oprichter van hosting bedrijf Transip of naar Marco Aarnink, de oprichter van Drukwerkdeal.nl. Naar mijn mening kan er beter gekozen worden voor een variant, waarbij iedere startende onderneming de kans heeft om in aanmerking te komen voor de Startup BV-status. De criteria voor het verkrijgen van de Startup BV-status zouden vervolgens moeten aansluiten bij de mate van innovatie van de startup, op welk gebied dan ook.
De voordelen nader beschouwd
Volgens de plannen krijgt een Startup BV gedurende de eerste twee jaar recht op een aantal voordelen en vrijstellingen. Hierna ga ik nader in op de voorgestelde voordelen en vrijstellingen in relatie tot de huidige situatie.
Automatisch een S&O-verklaring In het plan wordt voorgesteld om iedere Startup BV automatisch te voorzien van een Speur & Ontwikkelingsverklaring. Met zo’n S&O verklaring komt de startup in aanmerking voor een aantal fiscale faciliteiten: de WBSO, de Research & Development Aftrek en het Innovatieboxregime. De laatste twee fiscale faciliteiten leiden echter tot een verlaging van de vennootschapsbelastingdruk en zijn daarmee helemaal niet zo interessant voor startups in de eerste twee jaar. Het gros van de startups maakt gedurende deze periode namelijk geen of nauwelijks winst, omdat iedere verdiende euro direct wordt geherinvesteerd in verdere groei. De WBSO is wel relevant voor startups. Deze aftrek verlaagt namelijk de loonkosten op personeel. Het automatisch toekennen van de S&O verklaring vergemakkelijkt de zaak, maar meer dan dat ook niet. Innovatieve startups kunnen immers ook onder de huidige wetgeving de S&O-verklaring vrij eenvoudig verkrijgen. Ondernemers niet over de tijd of kennis beschikken om een aanvraag zelf te doen, kunnen deze uitbesteden aan één van de vele bureaus die hierin gespecialiseerd zijn. Kosten voor een dergelijk aanvraagtraject variëren tussen de € 500 – € 1.000 euro. Al met al is deze maatregel uit het plan daarom van weinig toegevoegde waarde voor startups.
Geen gebruikelijkloonregeling Een soortgelijk argument gaat op voor de volgende gepresenteerde vrijstelling: de DGA’s van een Startup BV hoeven zichzelf geen gebruikelijk loon uit te keren. Op basis van de huidige regels is een directeur echter ook al niet verplicht zich het in de wet gestelde bedrag van € 46.000 uit te keren, dit bedrag is slechts een fictie. Wanneer de BV in de aanloopfase over onvoldoende liquide middelen beschikt, kan het gebruikelijk loon op een lager bedrag worden gesteld. De Belastingdienst lijkt hier doorgaans vrij coulant mee om te gaan. In de praktijk heb ik dan ook diverse goedkeuringen van de Belastingdienst zien langskomen om het gebruikelijk loon op nihil te stellen voor de DGA in het eerste jaar van de onderneming.
Geen jaarrekening inleveren Het plan om startups te ontheffen van de deponeringsplicht van een jaarrekening lijkt voordelig, maar levert in de praktijk weinig besparing op. Iedere onderneming, dus ook een startup, blijft wettelijk verplicht om een administratie bij te houden. Al is het alleen maar om de BTW terug te kunnen vragen. Innovatieve startups kiezen al geruime tijd voor digitale accountingoplossingen. Het gebruik van software waarmee inkoop-en verkoopfacturen direct digitaal worden weggeboekt tegen de bankmutaties, is eerder praktijk dan uitzondering binnen de startupscene. Het uitdraaien van de jaarrekening is hierdoor niets anders geworden dan een druk op de knop. Het niet inzichtelijk hebben van de cijfers acht ik dan ook niet wenselijk. Bovendien zullen de startups die deelnemen aan een accelerator programma, ieder kwartaal de financiële stand van zaken moeten kunnen overleggen. Een investeerder wil per slot van rekening cijfers zien. Ook voor deze voorgestelde maatregel geldt daarom dat de toegevoegde waarde voor startups beperkt is.
Geen werkgeverspremie over de eerste werknemer Het plan geeft verder aan dat de Startup BV geen werkgeverspremies hoeft af te dragen voor de eerste werknemer. Volgens de huidige regels geldt dat wanneer een DGA zijn eigen ontslag niet kan tegenhouden (dat wil zeggen hij heeft minder dan de helft van de stemmen in de algemene vergadering van de vennootschap), hij als ‘werknemer’ wordt gezien voor de werknemersverzekeringen. Voor de DGA zijn in dat geval ook werkgeverspremies verschuldigd. Dit voorstel zou dan zo kunnen uitwerken dat ook een DGA als ‘eerste werknemer’ van de startup wordt gezien en er geen premies hoeven te worden betaald voor deze DGA. In ieder geval lijkt deze maatregel te leiden tot een korting (of verdere korting in combinatie met de WBSO) op de loonkosten van de startup. Het zou daarmee het eerste voordeel uit de plannen zijn, welke op dit moment nog niet op een andere wijze te verkrijgen is. Maar wederom is de impact van dit voordeel gering. De eerste werknemer in een startup zal vaak niet veel meer verdienen dan € 2.500 bruto per maand. De werkgeverspremies op een dergelijk bedrag zijn dan rond de € 420 per maand. Een leuke incentive, maar nog niet de doorslaggevende reden om Kattenburg te verkiezen boven Silicon Valley, Tel Aviv of Berlijn.
Flexibele arbeidscontracten Volgens Nederlands arbeidsrecht moet een werknemer een vast contract krijgen na drie opeenvolgende tijdelijke contracten. De nieuwe Wet Werk en Zekerheid biedt de mogelijkheid om voor bepaalde sectoren een uitzondering te maken op het maximum aantal tijdelijke contracten. Zo’n uitzondering geldt al voor de professionele voetbalsector. In zijn plannen stelt Verhoeven voor om deze uitzondering ook voor de Startup BV te laten gelden. Zoals Verhoeven terecht aangeeft in zijn plannen, worden Startups vaak kortlopend gefinancierd. Het maximum van drie tijdelijke contracten kan daarom knellen. Een dergelijke aanpassing in de regels is daarom zonder meer gewenst voor startups.
Investeren in een Startup BV wordt fiscaal aantrekkelijk In de Nederlandse startupscene wordt slechts fractie geïnvesteerd van de bedragen die omgaan in andere startup-hubs. Om meer geld in de startupscene te krijgen, is een fiscale stimuleringsmaatregel het aangewezen instrument. Verhoeven geeft aan dat het succesvolle Britse Small Enterprise Investment Scheme daarbij als voorbeeld kan dienen. Een aantal belangrijke fiscale voordelen uit dit Britse regime:
- Investeringen in startups mogen direct ten laste van de winst worden gebracht;
- Geen belasting op de verkoop van aandelen in een startup (na 3 jaar);
- Mogelijkheid tot uitstellen van winstneming op de verkoop van andere activa van de investeerder, indien deze winst wordt geïnvesteerd in een startup.
Het introduceren van een soortgelijke fiscale stimuleringsmaatregel in Nederland, zal het aantal investeringen in Startup BV’s sterk doen toenemen is mijn verwachting.
Goed op weg, nu doorpakken
Ondanks de bovenstaande kritiek ben ik zeker enthousiast over de innovatiespirit van Kees Verhoeven. De vraag is echter, kunnen we niet iets beters bedenken? Iets wat ondernemers en investeerders echt over de streep trekt om te kiezen voor onze Startupdelta? Hieronder ga ik nader in op een aantal alternatieven c.q verbeteringspunten.
Andere toetsingscriteria Startup BV In het kader van eerlijke concurrentie zou de Startup BV toegankelijk moeten zijn voor iedere startende onderneming. Uiteraard dient er onderscheid te worden gemaakt tussen de innovatieve ondernemingen en de zoveelste bakker om de hoek. Daar ligt mijns inziens een rol weggelegd voor de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). De RVO is onder de huidige regels de instantie die de S&O-aanvragen behandelt en als zodanig de best geschikte publieke instelling om een aanvraag tot erkenning als Startup BV te beoordelen.
De startup personeelsregeling “Your first 10 hires must be All-Stars…” Een bekende uitspraak van startup goeroe Eric Ries. Nederland is weinig innovatief als het gaat om wetgeving en belasting op het gebied van arbeid. De regelgeving is niet flexibel, de werkgeverslasten zijn hoog en werknemers die risico nemen worden bestraft met hoge belastingen. Het aanpassen van dit regime is één van de belangrijkste voorwaarden om het startup-klimaat te verbeteren.
De volgende aanpassingen zouden moeten worden doorgevoerd om succes te waarborgen.
1 Versoepeling ontslagrecht De omloopsnelheid van het personeel bij startups is waanzinnig hoog. Om tot 1 All-star werknemer te komen, hebben meer dan 30 personeelsleden de revue gepasseerd. De invoering van flexibele contracten is een goed begin, maar de startupscene zou pas echt gebaat zijn bij een verdere versoepeling van het ontslagrecht.
2 De VAR-Startup De meest eenvoudige optie om startups tegemoet te komen in de vorm van een verlaging op de loonkosten, is het introduceren van een nieuwe Verklaring ArbeidsRelatie (VAR): de “VAR-Startup”. De personen die werkzaamheden verrichten voor een startup staan veelal niet op de loonlijst van de startup, maar zijn als zzp’er werkzaam bij de startup via hun eigen eenmanszaak. Zij dragen via de inkomstenbelasting hun eigen belasting en premies af. Dit gebeurt in de praktijk aan de lopende band. Een doorn in het oog van de fiscus, want die vist achter het net voor wat betreft de werkgeverslasten. De zzp’er moet dan kunnen aantonen dat er daadwerkelijk sprake is van zelfstandigheid, bijvoorbeeld door het hebben van meerdere opdrachtgevers etc. Met de introductie van een VAR-Startup wordt een eventuele schijnzelfstandigheid voor een bepaalde periode (twee jaar) toegestaan. De zzp’er kan zich dan gedurende deze periode van twee jaar volledig richten op de startup. Een groot voordeel van deze oplossing is dat de wetgeving, zowel fiscaal- als arbeidsrechtelijk, niet hoeft te worden aangepast.
3 Geen loonbelasting op toekennen van aandelen aan personeelsleden Het personeel dat bij een startup aan de slag gaat neemt risico. Zij accepteren veelal een lager salaris, weinig vakantiedagen en de onzekerheid over het voortbestaan van baan. Echter, daar staat vaak wel wat tegenover. De topwerknemers die sinds het beginstadium betrokken zijn bij de startup en mede verantwoordelijk zijn voor diens succes, hebben vaak zicht op een werknemersparticipatie in de vorm van aandelen of opties. De belasting op de toekenning van een dergelijk aandelen- of optiepakket is belast met loonbelasting onder de huidige wetgeving. Deze directe cash-out acht ik zeer onwenselijk. Een vrijstelling voor startups in de eerste twee jaar zou dan ook op zijn plaats zijn.
Rome is ook niet in één dag gebouwd
Nederland heeft duidelijk aangegeven een thuisbasis voor startups te willen worden en daarmee een prominente plek binnen de startup-wereld in te nemen. Om de status van startup Mekka te verkrijgen, moet de regelgeving overduidelijk nog op vele punten worden gewijzigd, zowel op praktisch als fiscaal gebied. De voorgestelde wijzigingen zijn een duidelijke stap in de goede richting, maar we zijn er zeker nog niet. We moeten het ijzer smeden als het heet is, daarom is mijn voorstel om direct door te pakken. Door een aantal aanvullende wijzigingen mee te nemen in de plannen, kan de Startup BV tot een daverend succes worden gemaakt.